life energies  •  social motives  •  caring communities

JOINT VALUES

WORK

FOUNDATION

CONTACT

 

PERSPECTIVES

 

EEN SCHOOL AAN DE VERKEERDE KANT VAN DE STRAAT

- Gesprek met directie basisschool op de Kop van Zuid -

 

“We hebben nu een jaar of tien, twaalf, een gezamenlijk wijkarrangement met de drie scholen hier, omdat er voor kinderen geen faciliteiten in deze wijk zijn. Daarnaast zien we bij een deel van de populatie –met name die van mij- dat ouders het niet opzoeken.

 

Een straat als scheiding tussen twee werelden

De diverse indexen geven een vertekend beeld van de wijk en daarom komen wij als school voor heel veel geldstromen niet in aanmerking. Het aantal gewichtleerlingen is ook net te laag. Het publiek aan de ene kant van de Vuurplaat is totaal anders dan het gebied rond deze school, twee totaal verschillende werelden.

 

Deze buurt staat niet in niet in verhouding tot het gemiddelde van deze wijk. In het ROB heb ik ook opgenomen dat wij continue als ‘buurt 2’ worden meegenomen, als zijnde niet representatief. Wij moeten dan ook veel meer doen dan bijvoorbeeld basisschool de Pijler die veel leerlingen uit het welgestelde Stadstuinen trekt.

 

We zijn in gesprek met Ieder Kind een Instrument en met Lekker Fit. Dit is verkoopbaar en behapbaar voor het team. Als dit allemaal doorgaat blijven kinderen dagelijks een half uur langer op school en kunnen ze aansluitend naar de brede school. Ook speelt het twee lesuren vrij voor rekenen en taal.

 

Goedkoper kan de gemeente het niet krijgen

Binnen de brede school, of het wijkarrangement, krijgen de kinderen van alles; sport, yoga voor kleuters, gecombineerd met taal…We werken ook heel nauw samen met de BSO’s hier; Max en Bimbola. Eigenlijk voldoen we dus aan heel veel voorwaarden waar scholen die in het Children’s Zone gebied vallen heel veel geld voor krijgen. Twee ton per school. Ik krijg 35.000 voor het wijkarrangement. Iets meer dan een ton voor de drie scholen dus om dat wat ontbreekt in de wijk op te vangen. Goedkoper kan de gemeente het niet krijgen…

 

Nieuwe vormen om ouders te betrekken

Qua ouderparticipatie starten we dit jaar met een programma ‘ouderbetrokkenheid 3.0’. Dat is een redelijk uitgebreid traject met tien doelstellingen. We hadden al een ouderbeleidsplan maar dat scherpen we aan en breiden we uit. We willen over twee jaar het certificaat halen dat erbij hoort. De tien punten zijn best lastig en gaan o.a. over het aantal ouders dat je minimaal bij een bepaald type ouderavond binnen krijgt. Dus de vraag is; hoe organiseer je dat?

 

Met mijn team heb ik veel gesprekken over ouderparticipatie, ook als ze een ouderavond moeten doen. Dan zuchten ze en vragen ze of het echt zo laat moet en of het niet korter kan… terwijl; we moeten echt nadenken over nieuwe vormen. En ouders zijn nodig als je je school wilt verbeteren. Als je ouders wil laten kiezen voor deze school wil je zorgen dat ze het gevoel hebben gehoord te worden, de juiste informatie krijgen als het gaat om de individuele zorg van het kind in plaats van dat via wandelgangen te vernemen….ja, dat is ook gebeurd…

 

Al dat soort dingen wil je eruit hebben. Als ik gisteren een gesprek voer met groep twee ouders en ze bijpraat over onze verbouwing en andere ontwikkelingen en ik word ineens overvallen door een ouder die zegt ‘hoe kunt u verklaren dat de groepen niet hebben gescoord op de kleuter-citotoets?’ ja, dan denk ik; het kan toch niet zo zijn dat dit soort informatie op deze manier op straat komt te liggen. Dat is een vorm van communicatie, even los van het feit dat het schrijnend is dat je zo je best doet en dat dat niet leidt tot groeit van de kleutergroepen. Als een kind thuis komt met een –C en de vorige keer een –A had, ja, tuurlijk hebben ouders dan vragen en staan ze op de stoep, dat kun je op een briefje geven. Het gaat om hoe je communiceert. En dat je ouders en leerkrachten samenbrengt om zaken te bespreken.

 

Armoede

Ouders hier hebben behoorlijk moeite het hoofd boven water te houden, zeker sinds de recessie. Je merkt het echt. De kinderopvang wordt veel te duur en ouders kiezen voor alternatieven. Familie bijvoorbeeld. En dat kan dan heel ergens anders zijn dan waar ze wonen. BSO kunnen ze niet betalen en als je niet wil dat mensen over straat zwerven dan zul je iets van activiteiten aan willen bieden. Bij station Rotterdam Zuid zijn heel veel hangjongeren. Tegengaan kun je het niet hoor want ik zie nu de volgende groep al aankomen en ik heb niet de illusie dat de brede school dat volledig wegneemt. Maar ik denk wel dat je kinderen in ieder geval iets anders biedt. En je wil graag dat ouders die iets anders willen die kans krijgen.

 

Vlam in de pan

De straatcultuur hier, die houd je ook niet helemaal uit de school weg. Ze praten al snel met elkaar vanuit een negatieve intentie.  Vooral bij sport en spel is dat zo waarneembaar. Vanmorgen bij een gymles van groep vijf zag ik het weer. Het moeilijk kunnen incasseren, doorzetten, de ander ruimte geven en acceptatie van elkaar; een heel lastig issue. Ook bij buitenspelen kan ineens de vlam in de pan slaan. Dit is trouwens al zichtbaar bij de kleuters. Heel snel geïrriteerd naar elkaar toe. Kinderen hebben geleerd zich heel snel te kunnen verdedigen en dat laat ook zien wat er op straat gebeurt.

De opvoedingscultuur die onze populatie heeft is wezenlijk anders dan wat wij van ze vragen op school . Er zijn zeker ouders die dat wel willen en er vorm aan willen geven. Dus verder willen kijken: ‘wat wordt er vanuit mijn cultuur en gemeenschap verwacht maar ook wat wordt er van de Nederlandse samenleving verwacht?’ Maar ook voor die mensen is het moeilijk want er zijn zovel invloeden die daar anders over denken…dat maakt het ook moeilijk voor de kinderen.

 

Opbiechten goed of onhandig?

Wij proberen kinderen bijvoorbeeld te leren eerlijk te zijn als er iets gebeurd is. Bij ouders gaat dat anders; daar krijgen kinderen soms toch straf met die stok. Dus zijn ze thuis eerlijk omdat ze dat op school hebben geleerd, dan zwaait er thuis alsnog wat. Een deel van de ouders accepteert niet wat wij ze op school leren. Terwijl, als je met ze praat willen ze hetzelfde. Alleen, de route er naartoe zien ze heel anders. Ze zien school wel als opvoedkundig gegeven. En ondanks dat ik vind dat we als school zijn van kennisoverdracht; als we ons als school afzijdig houden blijven leerresultaten ook enorm achter.

 

Te laat komen

Vanmorgen kwam een kind om 9.20 binnen. Ze moest haar haar nog doen. Maar het gekke is; de leerling werd boos dat ik haar erop aansprak. Dan denk ik; hoe werkt dat in jouw hoofd? Vervolgens praat je met zo’n kind door over hoe dat dan gaat als ze een baan heeft wanneer ze groot is…Ja, dan snapt ze dat ze haar baan kwijt kan raken. Maar de boosheid en het gegeven dat ze zich er niet overheen kon zetten, daar zit iets dubbels in. Bij sommige kinderen is het echt dat zodra je ze aanspreekt, ze boos zijn dat je dat doet. Dat valt me wel op.

 

Tijd een relatief begrip

Als ik vanmorgen zag hoeveel er te laat kwamen…dat is echt schrikbarend. Dan krijg je van die dingen als ‘ja, maar hij kwam zo moeilijk zijn bed uit.’ Dan denk ik; ‘nee, het is uw taak dat uw kind er voor half negen is en dat de les om 8.30 kan beginnen.’ Als ik het vergelijk met mijn dochter; die accepteert het zelf niet als ze te laat komt op school. Dat wil niet zeggen dat ze vanaf haar vierde altijd makkelijk klaar stond, maar zodra ze klaar was brak de spreekwoordelijke pleuris uit. Er is hier een groep kinderen, niet zo gek groot hoor, ik schat tien procent, die al meekrijgen dat tijd een heel relatief begrip is. Maakt niet uit hoe vaak je dat soort gesprekken ook voert, tot aan leerplichtambtenaar en boetes toe. ‘Ja, het is zo druk ’s morgens,’ zegt zo’n ouder dan. ‘Moet ik dan een half uur eerder mijn bed uit komen?’ Aanspreken in dit soort gevallen is heel moeilijk want het ligt zo gevoelig. Voor je het weet ervaart iemand het als discriminatie. Je moet dus zo feitelijk mogelijk brengen en enkel zeggen dat je verwacht dat kinderen op tijd komen.

 

In de communicatie helpt het als je alles linkt aan de ontwikkeling van het kind. Dus praat je over schoolgedrag, dan accepteren ouders dat wel. Daar heb je snel de handen voor op elkaar, dat gaat niet over hen. Zodra je over zaken praat die hen en thuis raken, dan wordt het heel lastig.

 

Nieuwsgierigheid ontbreekt

Wat opvalt is dat jonge kinderen van 2 a 2.5 zo passief zijn. Een voorbeeld; moeders zitten hier in de ouderkamer, kinderen hangen een beetje in de buggy. Worden gevoerd met limonade en koekjes en de moeders zitten met elkaar te praten. Als het kind een kik geeft wordt er nog een koekje ingestopt. Als ik dan aangeef dat het kind best uit de buggy mag en het krijgt vervolgens de kans om rond te lopen en speelgoed te pakken gaat dat heel langzaam; pas als ik iets aanreik. Het lijkt alsof kinderen niet gestimuleerd worden nieuwsgierig te zijn en te verkennen. Ik was een tijdje terug bij een Turkse thuis; het is daar net een museum. Ze heeft kleine kinderen- keurig netjes maar geen speelgoed, zelfs geen heel klein hoekje voor de kinderen.

 

Belangstelling stimuleert leren

Dat in de buggy laten lopen, er lijkt ook iets van gemak in te zitten. Dan hoef je er niet achteraan te lopen. De mondige ouder die dat wel wil heeft wel speelgoed thuis…maar echt bezig zijn met spel en voorlezen en het kind begeleid laten spelen…ze worden vooral naar buiten gegooid. Een ouder wil weinig invloed hebben op wat kinderen aan het oden zijn. Als ouders nu ook komen van ‘ja, maar ik snap zelf dat huiswerk niet’, dan probeer ik ze ook uit te leggen dat je kunt helpen door op bepaalde wijze belangstelling te tonen en vragen te stellen. Dat stimuleert namelijk leren. Niet bij de eerste -3 die een kind haalt een stok pakken. En dat je na twee of drie keer een drie een ander gesprek hebt snap ik maar dat krijg je niet zo snel op het moment dat er betrokkenheid is bij het leren van het kind.

Beschermend

Kinderen zijn ook niet zo zelfstandig. Bij de kleuters doen we inloopochtenden en daar zie je ouders dingen uitknippen voor hun kinderen. Zeggen we ‘dat kunnen ze zelf hoor’, en dan is het van: ‘nee, dan doen ze zich pijn’. Mensen zijn heel beschermend, ook bang voor de grote boze buitenwereld. Of voor ontvoeringen. Ik heb er overigens twee waarvan ik weet dat de ouders terecht zenuwachtig zijn..daar heb ik telefoontjes van de politie over gehad. Wat ook opvalt is hoe kinderen zelf met hun lichaam omgaan. Heel voorzichtig. Ze vallen even en het lijkt alsof ze hun benen op drie plaatsen gebroken hebben. Ze vinden het eng en dat zie je ook in de manier waarop ze bewegen in de gymzaal.

 

Leven in twee werelden

Je ziet dagelijks hoe moeilijk het is voor die culturen om in twee werelden te leven. En de gebieden zijn in Turkije en Marokko zelf ook zo anders met heel andere wijzen van met elkaar omgaan. Er zijn hier moeders die erop worden aangesproken als ze geen hoofddoek dragen. Of iemand die niet durft te eten waar andere ouders bij zijn tijdens de ramaddan omdat ze dan wordt aangesproken op het feit dat ze niet vast. De controle is heel sterk. Maar ja, vergelijk het hier met Urk, Volendam en wat dacht je van Goerree…daar is het net zo erg.

 

Verbinden op basis van gelijkwaardigheid

Nogal wat leerkrachten vinden het moeilijk om ouders als gelijkwaardig te zien. Dat merk je wel. Terwijl als je goed communiceert en open staat voor hun mening dan willen ouders best wel wat. Daar ligt voor ons de uitdaging als school. En dan hoeft er maar een klein dingetje te zijn en dan kan iemand zich rot behandeld voelen. Bijvoorbeeld een moeder die even iets wil vragen tijdens de les en de juf die gewoon blijft zitten achter haar bureau. Dan kun je honderd keer zeggen dat de les nou eenmaal begonnen is maar je staat toch op? Dat is toch een vorm van respect?

 

Investeren in gelijkwaardige relatie

Het vervelende is dat je daarmee een deur dichtgooit. Sommige leerkrachten krijg ik dat niet uitgelegd. Maar dat komt ook omdat leerkrachten hier in deze school zijn grootgebracht en eigenlijk ook een eenzijdig beeld hebben gekregen van de populatie waarmee we werken. Inclusief een versie van ons bestuur…en die heeft ook niet zoveel op met gelijkwaardigheid. Terwijl juist dat hier in de relatie met ouders essentieel is wil je wat bereiken met een kind. Ik heb negen jaar in Hillegersberg gestaan en tuurlijk, ook daar is de relatie van belang maar het is anders dan hier. Daar kun je snel schakelen, hier moet je investeren.

 

Voor de vakantie stond ik voor groep zeven en verdomd; komt een vader binnen met een tolk, even melden dat het kind naar Turkije gaat verhuizen en dus van school af. Stond helemaal klem want ik stond voor die klas…maar wilde natuurlijk meer weten. Heb diezelfde dag schoolmaatschappelijk werk en de intern begeleider gehad en melding via SISA gedaan. Dit kind zat al in een zorgtraject vanwege een enorme taalachterstand. Na de vakantie stond het kind weer op de stoep met vader en oom. Heel schrijnend. Ook de beheersing van het Turks was minimaal. Zien we dus vaak. En in Turkije kennen ze geen kleuteronderwijs dus ze konden haar daar niet inschrijven.

 

Onderwijs is opbrengstgericht, opbrengstgericht, opbrengstgericht…terwijl deze kinderen meer tijd nodig hebben om te rijpen…te leren spelen, met spel bezig te zijn. Die tijd wordt hen niet gegund.”

 

 

 

"Als er verdriet is, maakt delen minder. Als er blijdschap is maakt delen meer."

gesprek verenigingsbestuur Birlik, Bloemhof

 

Twee jongetjes op hun sokken

een beeld

 

Het verloren gaan van complexiteit en nuance als basis voor populisme (video)

vraaggesprek met Nelleke Noordervliet n.a.v. kameropera ‘Het Ware Geweld’.

 

Jongens als troonopvolgers

gesprek met een innovatief jongerenwerker

 

“Mijn neef wilde ineens naar Syrië"

gesprek met een taxichauffeur

 

“Het zijn stuk voor stuk straatkinderen. Ze lossen problemen ook echt anders op.”

gesprek met een leerkracht die de overstap maakte van een school in Rotterdam Noord naar Zuid

 

Een school aan de verkeerde kant van de straat

gesprek met directie basisschool op de Kop van Zuid

 

Je droom komt niet uit

gedicht leerling groep 6 Oranjeschool

 

Verdriet

gedicht leerling van groep 7 Oranjeschool

 

“Werken hier betekent dat je de tijd neemt om te luisteren.”

gesprek met intern begeleider basisschool Bloemhof

 

“Ik ben gelukkig, ik ben vrij.”

gesprekken met mijn 33-jarige Turkse juf

 

“Veel kinderen groeien op in een prikkelarme omgeving.”

kleuterjuf basisschool Bloemhof

 

“Ze zijn verbaasd als ze voor het eerst koeien zien.”

gesprek met twee leerkrachten basisschool C.b.s. de Sleutel in Bloemhof

 

“Wij willen dat onze kinderen in beweging blijven.”

gesprek met 25 moeders van de Oranjeschool

 

“De scholen weten wat kinderen nodig hebben”

gesprek met Ton Huiskens

 

De papiermolen groeit voor basisscholen

directies van drie basisscholen in Bloemhof, Rotterdam Zuid